Onze tool waarmee u uw toestemming voor ons gebruik van cookies kunt beheren, is tijdelijk offline. Daardoor kunnen sommige functies waarvoor uw toestemming voor het gebruik van cookies nodig is, mogelijk ontbreken.
HERITAGE.
Schot in de roos: de MINI Clubman.
Toen in 1959 de eerste Mini verscheen, was het direct duidelijk dat het een zeer veelzijdig model was. Zo was hij bijna direct ook leverbaar als pick-up, terwijl John Cooper aan de andere kant ook het potentieel zag van de Mini als raceauto. Dan waren er ook nog extra coole versies zoals de Mini Ice Cream Van en de Mini Wildgoose.
Er waren ook twee – of vier, net hoe je het bekijkt – varianten die zich extra onderscheidden, in de vorm van de Clubman en de Clubman Estate.
Eerst was er al de stationwagenversie van de originele Mini. Technisch gezien waren het er twee, net zoals er destijds twee versies waren van bijna alle Mini modellen. Mini was nog geen merk op zich. De eerste auto’s die wij de originele Mini noemen, werden verkocht als de Austin Seven (later Austin Mini) of Morris Mini-Minor. Dat was het gevolg van het zogenaamde rebadge-beleid van merkeigenaar British Motor Corporation (BMC). Rebadgen houdt in dat één model onder meerdere namen of zelfs merken wordt verkocht. Bij de twee Mini varianten zat het verschil hem vooral in de productielocatie, maar beide versies hadden ook een eigen grille.
De grote Mini familie.
De voorgangers: de Austin Mini Countryman en de Morris Mini Traveller. Let op het externe houten frame, dat een mooi contrast vormt met de metalen panelen in carrosseriekleur. Destijds heel populair.
De Wolseley Hornet, een van de twee luxe Mini varianten.
Halverwege de jaren 60 begonnen de Riley Elf en de Wolseley Hornet er gedateerd uit te zien. BMC was niet van plan om de Mini te vervangen door een nieuw model, maar wilde de gehele Mini familie wel voorzien van een aansprekende, moderne facelift.
Men besloot om de Riley Elf en de Wolseley Hornet te vervangen door één model. Dat werd de Clubman. Van dit nieuwe model kon men ook een stationwagen maken, de Clubman Estate, om daarmee de Austin Countryman en de Morris Mini Traveller te vervangen. Het plan zou ook zorgen voor aanzienlijk lagere productiekosten, maar dat viel tegen. Toch pakte het plan verder wel goed uit.
BMC was doelgericht op zoek naar manieren om zijn verouderde modellen te vervangen door één model. Waarom? Nou, zo veel verschillende types was gewoon te veel van het goede.
Wijze woorden van BMC. In de jaren 60 was het bedrijf snel gegroeid. In 1966 nam het Jaguar over en ging het British Motor Holdings (BMH) heten. In 1968 groeide het bedrijf nog verder, toen het samenging met Leyland Motors, Rover en Alvis. Het ging voortaan door het leven als de British Leyland Motor Corporation (BLMC). In 1967 voerde het bedrijf in totaal meer dan 150 modellen. Dat was gewoon te veel. Niet alleen voor de productie, maar ook omdat de verschillende modellen elkaar beconcurreerden.
De aanstaande auto, die de Clubman zou worden, moest dus zorgen voor een facelift van de gehele Mini familie, waarbij die ook gelijk overzichtelijker werd.
In een nieuw jasje.
Sir Alec Issigonis.
1952
1959
1966
1968
1969
Voor het ontwerp van de nieuwe Clubman huurde BMH in 1967 Roy Haynes in, die naam had gemaakt als een man met oog voor het hedendaagse. Hij gaf de nieuwe Mini een zeer kenmerkende neus. Die was 10 cm langer dan de originele voorzijde en bovendien veel vierkanter. Sommigen vonden het geweldig, anderen hebben er nooit aan kunnen wennen.
Uiteindelijk werden op basis van de Clubman drie productieversies geïntroduceerd. De eerste was het ‘gewone’ model, dat in 1969 op de markt kwam. Een jaar later volgde de Estate. Er was ook de sportieve 1275 GT. Die droeg niet de naam Clubman, maar had wel dezelfde voorzijde. De 1275 GT zou uitgroeien tot een autosportheld, maar over dat verhaal kan je hieronder verder lezen. Hoewel het vierkante design van de Clubman destijds controversieel was, zou het een prominent onderdeel worden van het nieuwe BLMC-aanbod.
Een kenmerkende neus.
De Mini Clubman Saloon, een kenmerkende neus.
Feestje achterin.
Niet zo emotioneel, maar goed in proportie: de MINI Clubman Estate.
Een stap vooruit: het dashboard van de Mini Clubman (onder) vergeleken met dat van de originele Mini.
De Clubman Estate nam afscheid van de echt houten frames en panelen van zijn voorganger, die slechts decoratief waren. Het hout werd vervangen door opgeplakte kunststoffolie met houtimitatie. Dat was destijds erg populair in Amerika en goedkoper te produceren dan echt hout. Het was voor de fans wel een controversiële keuze, en bij latere modellen werd het imitatiehout vervangen door opgeplakte striping. Wel behield de Estate altijd zijn achterdeurtjes, die het in- en uitladen zo gemakkelijk maakten.
De Clubman Estate bleef in productie tot 1981, of eigenlijk tot 1982 onder de naam 1000HL Estate. In zijn productieperiode kreeg de Estate enkele kleine upgrades, zoals een nieuwe 46 pk sterke 1.098 cc-motor ter vervanging van de originele 998 cc-motor met 39 pk, die de Clubman overnam van de originele Mini.
Hoewel de Clubman Estate niet zo’n grote klassieker is geworden als de originele Mini (maar welke auto wel?), introduceerde hij wel wat zaken die ook werden toegepast op zijn rondere broertje. Paul Hughes, die tegelijk met Paul Haynes in het bedrijf kwam, ontwierp een nieuw, meer ergonomisch instrumentenpaneel dat achter het stuur was geplaatst in plaats van midden op het dashboard. Vanaf 1980 werd het nieuwe instrumentenpaneel toegepast bij alle Mini modellen.
Wedergeboorte.
Prachtige asymmetrie: de 2007 MINI Clubman.
Bij de tweede generatie MINI Clubman, die in 2015 werd geïntroduceerd, kwam het bijzondere achterportier te vervallen. De Clubman kreeg wel een langere wielbasis, vier conventionele portieren en een nog ruimer interieur. Bovendien kreeg de Clubman een strakker, minder vierkant uiterlijk, een breder motorenaanbod en een geavanceerd infotainmentsysteem. Het is een volwaardige vijfzitter met genoeg plek voor het hele gezin.
Voor wie waarde hecht aan snelheid, spanning én praktisch gebruiksgemak is er de John Cooper Works-uitvoering. Ook voor de Clubman bood MINI verschillende manieren om hem naar persoonlijke smaak aan te passen. Van de gebruikelijke motorkapstrepen tot unieke MINI dakdesigns. Ook waren er vele Special Editions, zoals de MINI Clubman Untold Edition uit 2022.